Vanuit een mas­ter­op­lei­ding Jour­na­lis­tiek (KU Leuven Campus Brus­sel) ener­zijds en van de kant van een werk­ge­ver (VRT) ander­zijds willen wij graag de vol­gende vragen voor­leg­gen: Hoe ver­zoe­nen we de gro­tere maat­schap­pe­lijke tole­ran­tie voor taal­va­ri­a­tie in het alge­meen en uit­spraak­va­ri­a­tie in het bij­zon­der met de blijk­baar nog steeds ‘klas­sieke’ ver­wach­tin­gen ten aan­zien van beroeps­spre­kers? Wordt het tijd om de streng­ste uit­spraak­ei­sen op te bergen, ook in een beroeps­groep die door velen als taal­norm­be­pa­lend wordt gezien?