Hoe ‘syn­chro­ni­se­ren’ graduaats­opleidingen met hun werk­veld­part­ners rond de gewenste taal­be­heer­sing en taalontwikkeling?

Riet Van­houtte (Odisee) — Nico Van den Abeele (Howest)

 

Graduaats­opleidingen zijn twee­ja­rige, prak­tijk­ge­richte oplei­din­gen met 1/3^de  werk­ple­kle­ren. Hoe ‘syn­chro­ni­se­ren’ oplei­din­gen met hun werk­veld­part­ners rond de gewenste taal­be­heer­sing en taalont­wikkeling? We dis­cus­si­ë­ren erover met deze twee stellingen:

•  “De taal­ei­sen van een graduaats­opleiding zijn soms stren­ger dan de ver­wach­tin­gen van het werkveld.”
  We bespre­ken hoe oplei­ding en werk­veld de eisen afstem­men. We hebben extra aan­dacht voor de ver­hou­ding mon­de­linge vs. schrif­te­lijke taalvaardigheid.
•  “Taal leer je vooral op de werk­vloer, niet in een klas­lo­kaal met rol­len­spe­len en simulaties.”
  We staan stil bij de taal­oe­fen­kan­sen tij­dens het werk­ple­kle­ren. Wordt elke kans al gegrepen?