Kirsten Fivez en Dirk Berckmoes (Universiteit Antwerpen)
In veel opleidingen vormt de masterscriptie het sluitstuk van een academische opleiding. Studenten tonen met deze opdracht aan dat ze de eindcompetenties van de opleiding beheersen en klaar zijn voor de beginnende beroepsuitoefening. Ook op talig vlak moet de afstudeerscriptie voldoen aan de vereiste uitstroomcompetenties. Om hun scriptie te laten nalezen op taalfouten en formulering, schakelen studenten wel eens familie, vrienden of andere hulp in. Bij gebrek aan duidelijke afspraken rijzen er soms vragen over wat mag en wat niet.
In deze intervisie gaan we op zoek naar ervaringen en argumenten voor een onderbouwd beleidsadvies in het hoger onderwijs. Welke verwachtingen leven er in het werkveld? In hoeverre kunnen werknemers hun teksten laten nalezen? Kunnen ervaringen en gangbare praktijk uit het werkveld als inspiratie dienen voor het beleid in het hoger onderwijs?